Afscheid Ds. P. Bouw
Op zondagmiddag was het voor de Hervormde Gemeente van Melissant een gewichtige ure. Ds. P. Bouw, die het beroep naar Benschop heeft aangenomen zou afscheid nemen van zijn gemeente.
Het Kerkgebouw was tot in alle hoeken gevuld. Onder de talrijke aanwezigen waren o.m. Burgemeester Visscher, de beide Wethouders en bijna alle raadsleden, Ds. Kleijne uit Ooltgensplaat, Ds. Labrie met vele vrienden uit Goedereede.
Na het zingen werd gelezen Hebreeën 13 : 1—14, waarna Ds. Bouw in gebed voorging. In zijn openingswoord! stond Ds. Bouw stil bij de woorden van den psalmist: „Als een kleed zal 'tal verouden; Niets kan hier zijn stand behouden!" (Ps. 102 vers 15)
In een ure als deze worden die woorden bevestigd, en zelfs de band tussen een gemeente en haar Herder en Leraar is aan die wet van veroudering onderworpen.
Ps. 89 vers 8 was de tussenzang.
Na de toepassing werd allereerst tot de Kerkenraad het woord gericht.
Met U, als predikant te hebben de lusten en de 'lasten der gemeente gedragen, hoewel de meningen wel eens verschilden, mochten wij toch steeds in eensgezindheid de belangen der gemeente behartigen, wij zeggen U hartelijk dank voor het vele goede dat wij samen mochten doormaken, ook namens mijn vrouw, dat het U mocht gegeven worden tot in lengte van dagen in het ambt werkzaam te zijn tot heil van de kerk, het ga U en Uwe gezinnen voor tijd en eeuwigheid wel. Mogen wij' elkander hier boven weer ontmoeten in de nieuwe Hemel en de nieuwe aarde. Vervolgens tot de kerkvoogdij en notabelen. Hun werd hartelijk dank gezegd voor hetgeen zij steeds voor hun leraar zijn geweest en wat door onderling samenwerken is bereikt. Vervolgens tot den voorlezer de koster en organist en alle die een functie in den openbaren eredienst bekleden, de kerkenraadsleden, colleges van verschillende gemeenten, voornamelijk uit Goeree.
Tot Burgemeester Visscher werden als hoofd der gemeente hartelijke woorden gericht, evenals tot Wethouders en Raadsleden collectief de gemeente leden en vrienden van Melissant werd een afscheid toegeroepen, gaarne had hij nog alle in hunne woningen opgezocht, dit kon helaas niet, laat alle van deze onmogelijkheid doordrongen zijn, opdat dit geen angel zijt die achter blijven, laat niemand zeggen Ds. Bouw heeft alleen bij zijn intieme vrienden afscheid wezen nemen, neen, toehoorders gij zijt alle mijne vrienden, maar de Werkzaam heden hebben zich in de laatste weken zeer vermenigvuldigd, zodat het onmogelijk was alle persoonlijk nog te bezoeken. Wij zeggen U dank voor het vele goede dat wij in uwe woningen mochten bespreken.
Tot de 4 Jeugdverenigingen, Kleine en Groote Meisjesvereniging, Knapen en Jongelingsvereniging werd slechts een kort woord gesproken gezien het feit dat te voren met hun een onvergetelijke afscheidsavond was doorgemaakt.
De Vrouwenvereniging „Dient Elkander door de liefde" en de Landarbeidersvereniging werden des Heeren hulpen toegebeden. Het verheugt dat bijna het gehele bestuur van de christelijke School aanwezig is, die School heeft de liefde van zijn hart. Bestuur houdt wat gij hebt, tracht de Jeugd te leiden tot de Christus der Schriften. De Heere make u getrouw. Komende tot het onderwijzend personeel van de christelijke School, de Hervormde School en Zondagsschool, de Heere geve u lust, verstand en opgewektheid de jeugd het goede te doen voorhouden, en ze te doen opzien,, tot hem die gezegd heeft „Laat de kinderen tot Mij komen." Gemeente jong en oud, nooit zullen wij vergeten de tijd die wij in Melissant hebben doorgemaakt,
Ouderling Oorbeek sprak den scheiden den leraar namens de kerkenraad hartelijk naar aanleiding van de woorden:
„Ik zal het goede voor het Huis des Heeren zoeken tot in lengte van dagen," hem werd dank gezegd voor het vele goede dat in die vier jaar voor de gemeente is tot stand gekomen; het ga u en de uwen in Benschop wel.
Namens de Kerkvoogdij en Notabelen sprak Dhr. M. v. Vliet. Inzonderheid werd dank gebracht voor hetgeen door Ds. Bouw in de laatste weken was verricht, betreffen de het inzamelen van gelden voor de nood zakelijke verbouwing pastorie.
De gemeente te zingen Ps. 121 vers 4.
Ds. Kleijne sprak als vriend en collega.
Ds. Bouw dankte alle sprekers persoonlijk voor de hartelijke woorden en heil beden; ook de gemeente voor de toegezongen heilbede.
De slotzang was Ps. 72 vers 11 waarna voor het laatst de zegen werd uitgesproken. Toen het kerkgebouw leeg stroomde speelde het orgel zacht de bekende melodie uit Gezang 179: „Rust mijn ziel Uw God is Koning".
Door velen werd van de gelegenheid om Ds. Bouw in de consistorie persoonlijk de hand te drukken, gebruik gemaakt.
Ik ben verblijd, wanneer men mij
Godvruchtig opwekt: "Zie, wij staan
Gereed, om naar Gods huis te gaan;
Kom, ga met ons en doe als wij."
Ps. 122 vers 1