Afscheid Ds. P. Korteweg

Tijdens de kerkdienst van afgelopen zondagmiddag nam dr. P. Korteweg afscheid als predikant van de Hersteld Hervormde Gemeente van Melissant. Ruim vier jaar heeft ds. Korteweg deze gemeente gediend, maar vertrekt i.v.m. het aannemen van een beroep van de Hersteld Hervormde Gemeente van Oud-Beijerland.

Ms tekst vooi de afscheiefspi eek nam cfe veitiekkende piedikanl, na Psalm 121 als Schiiftlezing te hebben gekozen, Psalm 121 veis 5 als uitgangspunt 'De heei IS uw Bewaaidei, de Heeie IS uw Schaduw, aan uw lechlerhanel' Psalm 121 iseen leislied, een pelgiimslied dal gezongen weid dtjoi pelgiims naai Jeiuzalem, om daai het Paasfeest te vieien, ter nagedachtenis aan het feit de Heere hen uit Egypleland had uitgeleid Ondei w eg zongen de pelgiinis de liedeien Hammaaloth, de leisliedcien, die ons spieken vans onze veigankelijkheid maai ook van de goedheid van de Heeie legenovei zijn volk, dat de Heeie lecht en goed is Zo mag ook nu deze Psalm 121 neig woiden gezongen als reislied dooi Gods volk De leis naai Jeiuzalem was

De leis naai Jeiuzalem was vol gevaren Dooi vijanden en tegenstandeis weiden de pelgums belaagd En ook dat is nog steeds zo De giote vijand IS ei op uil om de Keik van de Heeie ten ondei te biengen Wat IS het dan gioot als we tjmhoog mogen zien, en nodig om bewaaid te wejiden Alleen als de Heel e onze schaduw aan de lechteihand is, is er veiw achting, tjok om op die leis VOOI t te gaan

De dichtet belijdt in deze Psalm zijn hulp alleen van de Heeie Ie hebben Wat is het nodig om hiei telkens fjij bepaald te w oi - den, want andeis zoeken wc onze hulp bi] onszelf Dat is liet gevolg van onze val in Adam, waai in wij ervooi kozen om zonder God te willen leven en sterven, en waardoor we voor eeuwig zullen omkomen Hei IS gl ooi als we ei V an af gebt acht zijn hel van onszelf te v ei wachten en ons volledig afliankelijk welen van Hem, Die onze Bewaatdei is, wat in deze Psalm zo veel VOOI komt Hoe kan de Heeie nu onze bewaaider zijn' Omdat HIJ de Vet bondsgod is De dichlei van deze Psalm weel dat hij m dat \erfand ingelijfd is dooi de vei wei vende genade van de Heeie Jezus Chustus, Die naai deze wei eld gekomen IS die verloien ligt in zoude en schuld en waai vooi Chustus gekomen is om \ooi de Zijnen te lijden en ie sleiven Met di'e Heeie waagt de psalmdichtei hel, en als je 't met de Heeie waagt, kom je nooit bediogen of slecht uit Want wie op Hem vei Houwt, op Hem alleen, ziet zich omungd dooi Zijn weldadigheen Bewaaidei Dan is Hij onze

Hieivoeii is een eipiecht gelool nodig, dal dooi de Heeie Zelf gewelkt woidt m onze hatten Geloven is omhoog zien en het vet wachten van de Heeie, tegen alle kwaad vanbuilen en vanbinnen Ook tegen alle omemheid, zonde en ongeloof W'aai het geloof in beoefening mag zijn, is ei veiwachting van de Heeie De Bewaaidei fsiaels, de Vei bondsgod, op Wie ik mag steunen Als ik de blik naai binnen weip en daai zoveel omeinheid en ongeloof vind, mag ik naai boven zien en mijn hulp van Hem alleen veiwachten Want hel ligt builen ons, UI Christus alleen, ni wal Hij veiwoiven heeft en dat Hij gewillig IS om het weg te schenken aan de Zijnen Dan mag je nret alleen omhoog riiaar ook ver dei zien, op de Zaligmakei De Held bij Wie hulp besteld is, omdat Hij géén hulp had toen HIJ aan het kruis hing In Hem IS ei bewaiing legen hel kwaad van de zonde, en van de boze als die mei zijn aanvallen komt Als het geloof gericht is oji deze Zahgmakei, is ei bewaimg en schuiling In de schaduw is ei schuilmg tegen de hitte van de biandende zon Bij Hem IS het plekje om bewaaid en besehet nid te woi den 'Komt allen tot Mij die veimoeid en belast zijt' Schuilen is bij Hem terecht komen, als de Schaduw aan onze lechleihand Dal IS onze welkende, strijdende hand Jmst aan de zijde, waai de stujd IS, IS de Heeie dag en naclit tei besehetining van de Zijnen

Hoe kan de dichtet du zo zeggen' Omdat hrj ziet op de verhoogde C hl isltis, de vei hoogde Zaligmakei en Bewaaidei en Besehet mei van Zijn volk, Die aan de lechteihand van Zijn Vadei IS om daai Zijn gekochte Keik te bewaien en te bescheimen Die al Zijn kindeien is voejigegaan en stiaks zal zeggen Komt 111, gij gezegende des Vadeis Het is dooi de veidienslen van Hem alleen als WIJ Hem als onze Schaduw en Bewaaidei mogen kennen H IJ gaal m de Sil ijd vooi aan en geelt /ijn volk de zegen Zo Hij vooi ons IS, wie zal dan tegen ons zijn' Laai dan Psalm 121 ook ons leislied zijn

Als ons echtei dal geloof ontiDieekt, zuUen we nemit in dat hemelse Jeiuzalem aankomen, maai komen we daai waar wening is en kneising dei tanden Dat ons oog dan gevestrgd mag zijn op Hem, Die oppeisle leidsman en voleindei des gekjofs Ook al zie je geen weg en geen uitkomst, toch vooiltrekken, ziende oj3 Hem Dat de Heeie |ezus C hustus dan onze toevlucht, betlouwen, verwachting, uitzicht en sleikle mag zijn HIJ wil met dat één van deze kiemen veiloien zal gaan, maai Hij leidt ze veilig naar die eeuwige haven hieiboven om daai eeuwig de Heeie ie prijzen en gl ooi te maken Dan ben je nu al veilig en bewaaid, en watje vet dei ook nog mee moet maken, toch gestadig op Zijn goedheid ie hopen en te lusten, op de Bewaaider van Isiael, Die met sluimeil noch slaapt

Aan het eind van de dienst wat en ei toespraken van burgemeestei Stoop namens de gemeente Diiksland, ds Van dei Linde van de Heisteld Hervoimde C>emeenle van Stellendam namens de classis Zuidwest van de Heisteld Hervoimde Keik, dooi oudeiling Leijdens namens de kerkeniaad en ten slotte door ds Korteweg zelf