Intrede Ds. A. v.d. End
Voor een stampvolle kerk hield Ds. A. v. d. End Zondagmiddag zon Intrede-predikte. Behalve de bevestiger Ds. Jacobs van Boskoop en de consulent Ds. van As van Sommelsdijk, waren aanwezig Ds. van Galen van Den Bommel, Ds. Hiensch van Ooltgensplaat en Ds. Vink van Stad aan 't Haringvliet.
Vooraf werd gezongen Ps. 103 : 1 en.2, waarna eerw. voor het eerst het votum uitsprak en den zegen legde op de gemeente. In zon openingswoord zeide eerw. dat het hem een oorzaak was van grootte blijdschap dat hij zgn. dienstwerk te Melissant mocht aanvaarden, waarvoor hem ootmoedige dank betaamde aan Hem, die het zoo geleid had dat zgn. levensbestemming Dienaar des Woords zou zijn In het bevestigingsformulier wordt het karakter van het ambt op zoo, schone wijze getekend — het zal mijn roeping zijn onder U het Woord Gods te prediken en het uit te dragen naar de onderscheidene behoeften. Waar dit ambtswerk mij wordt op de schouders gelegd, brengt dit ook een grootte verantwoordelijkheid mede. Immers zegt de Schrift, Wien veel gegeven is, van hem zal ook veel geëtst worden. Spr. vraagt daarom bij voortduur aller liefde en gebed. Hij hoopt het Woord Gods zó te prediken, gelijk het naar Gods eis behoort te geschieden waarbij hij hoopt, dat het heilbegeerig zal worden ontvangen en niet tevergeefs zal worden gebracht. Wordt het Woord al tegen gestaan — het zal toch zgn. werk doen. Dan zal het niet ten leven strekken, maar ten dode.
De Christus-prediking zal de inhoud moeten zijn van elke Dienst des Woords; Hij toch is het levende middelpunt van de gehele openbaring des Hells. Ook in deze prediking wil hij daar heen wijzen. Spr. neemt tot tekst: Joh. 1 : 29b: „Zie het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt." en staat stil bij:
Spreker geeft allereerst een schoone schlldering van Johannes de Dooper die in de woestön zön boodschap bracht: „Bekeert U, want het Koninkrök der hemelen is na- Wj gekomen." Bö scharen ging het Joodsche volk tot hem uit, immers de komst van het Koninkrijk Gods was het hoogste verlangen dat Israël kende. Zijn krachtige prediking Is van dien aard, dat sommigen hem voor den Messias houden. Daarom spreekt hq tot hen: Ik ben de Christus niet! Ondubbelzinnig preekt Wj, dat de cairistus op het punt staat te komen. Hij vergiste zich niet: „Des anderen daags zag Johannes Jezus tot zich komen." En Johannes stelt Hem aanstonds aan het volk voor. Zie het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt." Zag het volk uit naar de beloofde Messias, het was een Messias' van eigen begeeren. Daarom wekt het teleurstelling als Wj hun wordt aangewezen als het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegdraagt. In ergernis en ongeloof keeren ze zich van Hem af. Het Joodsche volk ging slechts gebukt onder de nationale nood der Romeinsche overheerschlng, het kende geen behoefte om verlost te worden van de schuld zö'ner ongerechtigheden. Zoo Is het nu nog zegt spr. Men wil wel verlost worden van ulterUjke nood en ellende, maar over schuld en zonde wil men niet hooren. Men roemt over een liefderijken Jezus, maar in den grond heeft men Hem niet van noode. De rijkdom van het heil in Christus wordt alleen verstaan door hen, die in waarheid leerden treuren over de grootheid van hun kwaad. Voor die, is dat een evangeliemare, een bhjde boodschap ter behoudenis.
Spr. geeft dan in de verdere exegese van zön tekst een uiteenzetting over het Woord „Lam" waar Johannes mee terugwees naar de schaduw-dienst onder Israël. Dat geslachte lam sprak van het Goddelflk gericht, zoowel als van Zone wondere barmhartigheid. Door de zonde heeft de mensch zich afgesneden en alle levensbetrekking met Hem verbroken. De GeesteUjke, Uchamelöke en eeuvrige dood is hy onderworpen. Maar bö God is wondere genade. Reeds voor den val dacht Hö een middel uit, om dien gevallen mensch te redden. De verlossing zou alleen mogeBjk zön in de handhaving van Zön eens gesproken Woord, waarom het ook gehandhaafd moest Woven in de dood van den komenden Verlosser. Daarop zag de symbolische dienst van het slachten van het offerlam. Waar nu In de volheid des töds Christus hier voor Johannes staat, daar aanschouwt hö Hem als het Volmaakte offerlam, Hö wgst op Hem als het beeld van enkel schuldloosheid, teederheid en zachtheid, In het Woord „lam" ligt de ultnoodiging: Komt alleni tot Mö die vermoeid en belast zyt en Ik zal U rust geven."
Spreker wijst er met nadruk op, als een verlorene tot Hem te vlieden om in Hem alleen alle heil te vinden. Duidelijk kenmerkt spr. tweeërlei mensen: die in den Zoon geloven en die den Zoon tot hun eigen vervloeking verwerpen en predikt met ernst de bereidheid van Christus in het zaligen van diep-verlorenen in zichzelf, want: Wie tot Hem komt zal hij geenszins uitwerpen. Gezongen werd Ps. 147 : 2 en een bg
Gezongen werd Ps. 147 : 2 en een bijzondere collecte gehouden. II. Het werk dat door Hem wordt verricht is, dat Hg de zonde der wereld wegneemt. Er wordt gesproken van zonde en niet van zonden. Daarin Is groot verschil Zooals de takken van een boom voortgekomen zön uit den éénen stam, zoo vinden ook alle zonden hun oorsprong In de ééne allen en allesbeheerschende zonde. Spr. definieert dat nader en wöst op het Lam da den vloek der zonde heeft gedragen, zooals de Catechismus spreekt van „de toom Gods tegen de zonde van het gansche men scheUjke geslacht." Met de Remonstrantsch dwaalleer van een algemeene verzoenin heeft dat niets te maken. De tekst spreek niet van wie zalig zullen worden, maar wa door Christus Is gedragen. Zgn hjden wa voor diegenen, die Hem van eeuwighei door den Vader gegeven zön. Het zoenbloe van het Lam Gods was toereikend ter zaliging van de geheele wereld, de toeëigenin van Christus werk Is alleen naar het vrge welbehagen Gods.
m. Bij het laatste pimt vermaant spr. op zoo groote genade toch acht te geven en het bloed des Lams niet onrein te achten. Te „zien" op het Lam Gods, daarin ligt het beslissende. Zooals Israël zag op de koperen slang, zoo zal het leven alleen kunnen gevonden worden wanneer het geloofsoog gericht is op den verhoogden Middelaar. Tot dat doel is de prediking des Woords ingesteld.
Zal de Man van Smarten de Heere der heerUjkheld voor ons in waarheid zgii. zullen wö onze verlorenheid buiten Hem moeten verstaan. Het oordeel des doods zullen wö moeten leeren billöken.
In de toepassing bracht ZEerw. de oneindige, onbegröpeUjke liefde van Christus naar voren, die Zich heeft doodgeliefd voor Zön Volk en wekte daEp-Wj tot jaloersheid op, om Hem te zoeken terwöl het nog de vindenstöd is.
Aan het einde van deze predicatie richtte Ds. V. d. End zich tot zön bevestiger en tot verschillende colleges en personen. Ds. van As van Sommelsdijk richtte een wederwoord namens Kerkeraad en Ring.
Hem werd de zegenbede toegezongen uit Ps. 143 : 3. Besloten werd met het gezamenlijk zin
Besloten werd met het gezamenlijk zingen van Ps. 72 : 11 waarna den zegen op de gemeente werd gelegd en de talrijke schare uiteen ging.
Ik ben verblijd, wanneer men mij
Godvruchtig opwekt: "Zie, wij staan
Gereed, om naar Gods huis te gaan;
Kom, ga met ons en doe als wij."
Ps. 122 vers 1